De tegenstanders van een vrouwenquotum vrezen dat de maatregel om meer vrouwen in de top van het bedrijfsleven te krijgen ten koste zal gaan van de kwaliteit. De Nederlandse Vereniging Commissarissen en Directeuren noemt het in het Parool zelfs ‘heel gevaarlijk’.
De vraag die we ons echter moeten stellen is: Wat is kwaliteit? En zijn we eigenlijk wel in staat om kwaliteit objectief te beoordelen? Dat is een interessante vraag en voor het antwoord is er veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar hoe ons brein werkt. Ons brein zit vol van cognitieve onbewuste vooroordelen (biases); systematische patronen van afwijking van norm of rationaliteit in oordeel. Per definitie missen wij aspecten bij de afweging, zeker wanneer we in de modes zitten van thinking fast. Velen van u zullen het boek Thinking Fast, thinking Slow van Daniel Kahneman kennen. Zo niet, de moeite waard om te lezen.
Het gaat niet om de kwaliteitsverschillen tussen Man of Vrouw, maar om hoe wij omgaan met biases in ons brein. We moeten ons brein helpen om te objectiveren. Daar zijn vergadertechnieken voor (we komen erop terug; thinking slow), diversiteit, constructieve dialoog, maar ook externe instrumenten die ons ‘dwingen’ onze biases los te laten. Zo een instrument is het vrouwen-quotum, dat we weer op kunnen heffen tot ons systematisch patroon van ‘commissaris staat gelijk aan man’ is bijgesteld en ons brein afstand genomen heeft van persoonlijk gekleurde vooroordelen. Maar vreest niet; dan zijn er weer andere biases.
Door Maarten den Ottolander