Religie in de raad

Voor Joke van Saane is het woord religie vaak inwisselbaar met woorden als zingeving, spiritualiteit en levensbeschouwing. Het zijn verschillende termen die hetzelfde omschrijven: dat wat we hebben meegekregen over goed en slecht, over normen en waarden, over wie we als mensen zijn. Begrippen die niet alleen te maken hebben met kennis, maar ook met gevoel, ervaring en primaire indrukken. Van Saane is rector van de Universiteit voor Humanistiek en hoogleraar in de godsdienstpsychologie. In GoedemorgenCommissaris neemt ze ons mee in de rol van levensbeschouwing in de samenwerking en besluitvorming in de board room.

Verlangens en behoeften

“In mijn werk kijk ik naar het brede verschijnsel van religie, zingeving en theologie. Ik combineer dat met leiderschap en organisatietheorieën. Wat kunnen we leren van religieuze context en spiritualiteit als het gaat over de samenleving en ons werk als bestuurder?

Systemen als religie, levensbeschouwing en spiritualiteit komen voort uit psychologische gedrevenheid door diepgewortelde verlangens en behoeften. Die hebben niet meteen met kerkelijke religie te maken, maar met een hang naar zingeving die bij iedereen wel bestaat. Denk aan de behoefte aan verbondenheid. Niet geïsoleerd zijn, maar ergens bij horen als onderdeel van een geheel. Ook het zoeken naar zelferkenning: een gevoel over jezelf als persoon, met het vermogen om jezelf te evalueren en waarderen vanuit een positieve blik, van waaruit je ook een ander kan erkennen. Net zo belangrijk is de behoefte aan voorspelbaarheid. Hoe zit de wereld in elkaar, hoe gaan mensen reageren, wat zijn hoofd- en bijzaken? We zoeken een perspectief om onszelf te kunnen plaatsen waardoor de wereld net iets voorspelbaarder wordt.

Je ziet dat bestaande religies voorzien in die behoeften. Een religie biedt een sociale groep waarbinnen je je geaccepteerd en goed voelt. Er bestaan bepaalde regels, je weet wat er bij hoort en dat geeft zekerheid en voorspelbaarheid. Hoe strikter de religie, hoe beter je weet hoe je je moet gedragen en kleden, wie je vrienden zijn, wat je moet lezen, et cetera. Dat klinkt ons snel als betuttelend in de oren, maar het biedt ook zekerheid en vastigheid. In een religieus systeem krijg je een idee van wat je eigen waarde is en wat belangrijk is in je leven.”

Invloed op je persoonlijkheid

“Iemand die opgegroeid is in een bepaalde cultuur, neemt de waarden van die cultuur op in zijn of haar persoonlijkheid zonder dat dat hoeft te betekenen dat je praktiserend religieus bent. Als je in een protestants milieu bent opgegroeid zal je bijvoorbeeld geneigd zijn te denken dat je individueel verantwoordelijk bent voor je eigen leven en daden. Vanuit een katholieke achtergrond zijn mensen weer veel meer gericht op de groep en makkelijker in het accepteren van verschillen. Deze herkenbare patronen op basis van je afkomst zitten diep in onszelf verankerd. Er is een sterke onderstroom die bepaalt hoe je naar de ander kijkt en hoe je beslissingen neemt.

Het is van belang om je daarin te verdiepen. Wat is kenmerkend aan mezelf, waar kom ik vandaan, hoe zoek ik naar verbondenheid en perspectief? Welk groter geheel is van belang, waar voel ik me verbonden mee? Welke rol speelt dat alles in mijn werk en omgang met anderen?
Die zelfkennis is belangrijk om ook de ander op die manier te leren kennen. Dat helpt in de communicatie, bijvoorbeeld in spannende gesprekken. Mensen reageren in dat soort stressvolle situaties wat meer intuïtief. Dit betekent dat de onderstroom naar boven komt en mensen reageren vanuit hun diepgewortelde patronen en gedachten. Door dit te doorzien creëer je ruimte en kan je een dergelijk gesprek effectiever voeren.”

Hoe werkt dat in de RvC?

Greet Prins – voorzitter Raad van Bestuur Kamer van Koophandel, lid Eerste Kamer en meervoudig commissaris – herkent deze mechanismes in haar dagelijkse werk: “bij mensen met een gedeelde achtergrond is er sprake van herkenning, maar als je hun achtergrond niet goed kent en niet weet wat hun drijfveren zijn en hoe ze in het leven staan, dan kun je als team niet goed opereren. Het is van belang om binnen een RvC en in interactie met bijvoorbeeld de bestuurders te beseffen dat iedereen andere drijfveren heeft die zijn ontstaan vanuit de behoefte aan zingeving. Die zachtere kant vergeten we wel eens. Het helpt om dit thema bespreekbaar te maken en aandacht aan elkaar te geven, los van de agenda van alledag met allerlei belangrijke verantwoordelijkheden. Ga het gesprek over levensovertuiging impliciet aan, maar formaliseer het ook, bijvoorbeeld in de jaarlijkse evaluatie. Door een besef te creëren van hoe eenieder in het leven staat en wat jij en de ander belangrijk vinden, kan je je beter relateren tot de bijdrage die iedereen levert.”

Bedrijfscultuur

“Ook is het raadzaam om het gesprek breder in de organisatie te voeren. Onze overtuigingen en de manier waarop we die invullen zorgen voor een script dat vertelt hoe we naar de wereld kijken. Hierdoor wordt deels de bedrijfscultuur gevormd. We hebben moeite met mensen of zaken die zich niet aan dat script houden. Bijvoorbeeld in het geval van grensoverschrijdend gedrag of klokkenluidersmeldingen zorgt het script ervoor dat we niet adequaat handelen, omdat we het script intact willen houden en degenen die er niet aan voldoen als uitzondering labelen.

Dit gaat ook op voor meningsverschillen binnen een raad. Commissarissen zijn mensen en willen voorspelbaar zijn. Het uiten van een andere mening vraagt om moed, want je bent niet meer voorspelbaar en plaatst jezelf buiten het team. Juist dan is het zaak om erkend te worden en om ruimte te geven en te krijgen. Om dat voor elkaar te krijgen moet je jezelf en je overtuigingen kennen én die van de ander.”