Er zit zand in de Haagse beleidsmachine. Steeds vaker lijkt die machine zelfs vast te lopen: besluitvorming verloopt traag en onvolledig waarbij een bredere visie ontbreekt. Dit constateerde Vinzenz Ziesemer in zijn tijd bij het Ministerie van Financiën en hij besloot dat daar iets aan moest gebeuren. Hij richtte het Instituut voor Publieke Economie op: een jonge, onafhankelijke en onpartijdige denktank gericht op publieke economie, gedreven door expertise. De BV Nederland heeft belang bij dit soort nieuwe initiatieven en daarom hadden wij hem uitgenodigd bij GoedeMorgenCommissaris toe zij één jaar bestonden.
Druk, belangen en informatievoorziening
Ziesemer ziet drie grote problemen die de overheid belemmeren in de beleidsvorming. Om te beginnen is Den Haag een snelkookpan. Er is weinig tijd om vooruit te denken. Zo is het op het Ministerie van Financiën lange tijd moeilijk geweest om de lange termijn op orde te krijgen, de besluitvorming vond met name plaats op losse dossiers. Dat speelt ook binnen politieke partijen. Die zijn gemiddeld kleiner geworden, met minder tijd en capaciteit om beleid te vormen voor de toekomst, zelfs binnen de wetenschappelijke instituten.
Het tweede probleem zijn de (politieke) belangen die de inhoud overheersen. Hierdoor wordt de vrijheid in analyse en onderzoek beperkt. Zo komt het voor dat in onderzoeksrapporten over geopolitieke vraagstukken bepaalde landen niet genoemd mogen worden en elke zin gecheckt wordt door meerdere ministeries. Wat overblijft is een wollig rapport op basis van een gemankeerde analyse. Hierbij speelt mee dat dergelijke onderzoeken in Nederland vaak vanuit de overheid gedaan worden en minder door onafhankelijke denktanks, een praktijk die in het buitenland gangbaarder is. Initiatieven zoals het Instituut voor Publieke Economie creëren een onafhankelijke omgeving voor breder onderzoek met meer academische vrijheid.
Gebrekkige informatievoorziening is een derde probleem. Wetenschappelijke informatie vindt vaak niet de weg naar het debat. Dit komt deels doordat de lobby overheerst, maar ook doordat expertise ingehuurd wordt en er binnen de overheid schotten zitten tussen bijvoorbeeld ambtenaren en Kamerleden.
Publiek, privaat en politiek
Vanuit haar ervaring herkent Greet Prins – voorzitter RvB Kamer van Koophandel, commissaris en senator – de problemen die Ziesemer aankaart. “Het lijkt er soms op dat we onszelf gek láten maken. Ook in de Senaat is er weinig ondersteuning, waardoor het echte politieke handwerk in het gedrang komt. Het steeds groter wordende aantal politieke partijen verhoogt de druk. Het gebrek aan visie in de politieke top zorgt voor verminderde aandacht voor de lange termijn.
De politiek kan daarin leren van de private sector. Waar meerjarenplannen gewoongoed zijn en er een duidelijkere scheiding is tussen strategie en operatie. Ondertussen kan de BV Nederland niet zonder langetermijnbeleid vanuit de overheid. We hebben elkaar nodig om te blijven ontwikkelen, we zijn met elkaar de samenleving.
Het bedrijfsleven kan ook leren van de overheid. Waar de privésector zich vroeger alleen maar bezig hield met de aandeelhouders, worden deelbelangen ook daar steeds belangrijker. Bij de publieke zaak zit veel ervaring met het omgaan met meerdere stakeholders. Daar zijn antwoorden te vinden op vragen als: Wat is je impact op de omgeving? Wat is de opinie over je product? Hoe wordt er publiek gedacht over je winst?
Om tot goed beleid te komen zal analyse en onderzoek met een open blik uitgevoerd moeten worden en niet vanuit een vooropgesteld doel. In informatievoorziening is hierbij het overzicht van belang, waarbij de informatie relevant en ongeclausuleerd moet zijn. In het debat dat gevoerd wordt zijn details minder van belang. Net als in het werk van de commissaris.”