Toezichthouden met de politiek op de achterbank

Iedere toezichthouder kent het: je hebt het stuur stevig in handen, maar ongeacht of de rit soepel gaat of hobbels kent, houd je met een schuin oog de achterbank in de gaten. Want daar zit de politiek. Als je de goede route volgt, houdt je passagier zich waarschijnlijk rustig. Maar bij een gemiste afslag of onhandige manoeuvre grijpt hij zelf het stuur. Volgens Theodor Kockelkoren, inspecteur-generaal bij Staatstoezicht op de Mijnen, mag de politiek wel wat meer afstand houden van toezicht. In de huidige gang van zaken is de rolverdeling niet altijd helder en krijgen toezichthouders een bedenkelijke rol bij door de politiek aangegrepen incidenten. In dit artikel over de voor- en achterbank komt naast de visie van Kockelkoren ook de ervaring van hoogleraar publiek leiderschap Gerda van Dijk aan bod vanuit haar werk als commissaris en toezichthouder.

Publieke belangen

Het is terecht dat de politiek op de achterbank zit, vanuit de taak om collectieve belangen te behartigen. Het gaat dan over publieke belangen: “maatschappelijke belangen waarvan de overheid zich de behartiging aantrekt op grond van de overtuiging dat dit belang anders niet goed tot zijn recht komt” (WRR). Dus de overheid heeft een rol, maar over de invulling ervan kan gediscussieerd worden.

Zo is het de vraag of en wanneer een maatschappelijk belang een publiek belang wordt. Organisaties en sectoren zouden alert moeten zijn op maatschappelijke belangen die onder druk komen te staan. Als dat zo is, dan kan een sector proberen maatregelen te nemen om te voorkomen dat er een politieke discussie ontstaat. Dat is lastig, zeker in de huidige samenleving waarin meningen steeds scherper worden en belanghebbenden steeds mondiger. Toch is het wat waard om te voorkomen dat de politiek in gaat grijpen.

Sturing

De politiek op de achterbank is wetgever. De regering en het parlement bepalen welke maatschappelijke belangen ook publieke belangen zijn en hoe die geborgd moeten worden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de markt, van wetten en toezicht, van instituties en van hiërarchie. Deze mechanismes hebben direct of indirect invloed op organisaties.
De organisaties zelf, op de voorbank, hebben hun eigen vormen van toezicht. De raad van toezicht en het bestuur bepalen missie, strategie en prioriteiten en hanteren meestal 3LoD en COSO (of vergelijkbaar) om ‘in control’ te zijn. Ze sturen soms met name op de missie en het verankeren in de cultuur van belangrijke randvoorwaarden met betrekking tot verantwoordelijkheid en ethiek. De bekende ‘antennefunctie’ is hierbij van groot belang, ook richting de achterbank.

Rolzuiver worstelen

Toezicht houden op publieke belangen is geen uitgemaakte zaak. De samenleving is complex en verandert in hoog tempo. De belangen zelf zijn vaak meerduidig en moeilijk in concrete termen te omschrijven. Zelfs in wet- en regelgeving blijft er discussie over mogelijk. Het gevolg is dat alle betrokkenen er mee worstelen.

Om het systeem helder en de discussie gaande te houden, is het van belang rolzuiver te handelen. Als voorbeeld: een externe toezichthouder moet zich niet teveel opstellen als opdrachtnemer van de wetgever. Anders is de kans aanwezig om ingezet te worden als instrument van de politiek. Hierin schuilt het gevaar van willekeur, zeker omdat de politiek de neiging heeft om op incidenten te reageren en de toezichthouder op dat incident te laten handelen. Toezichthouders zitten met lastige vragen. Wat wordt er van de verschillende partijen verwacht? Hoe kan ik optreden, en wanneer? Een rolzuivere dialoog met belanghebbenden in de sector kan helpen om meerduidigheid te preciseren en tot keuzes te komen.

De rol van de commissaris

Ooit was het idee dat de overheid op de achtergrond zou gaan staan vanuit geloof in marktwerking. Het omgekeerde is gebeurd. De overheid is gegroeid en meer in de samenleving komen te staan. Dat betekent dat organisaties met een sterk geloof in marktwerking in situaties terechtkomen waarin er noch de vrijheid van de markt, noch de bescherming van de overheid ervaren wordt. Publieke en private organisaties mogen zelf meer gaan terugduwen richting de politiek. Sterker, de politiek kan alleen maar goed functioneren áls er teruggeduwd wordt.

De politiek is onderdeel van de buitenwereld waar iedere organisatie mee te maken heeft. Commissarissen zijn belangrijke tussenpersonen om informatie uit de buitenwereld naar binnen te brengen. Aangezien de politiek het publieke belang ook wel eens uit het oog verliest, is het ook aan organisaties om politiek te denken: handelen we nog in het maatschappelijke belang? En hoe zorgen we ervoor dat de politiek rustig op de achterbank blijft zitten?

Voor meer informatie over ons wekelijks actualiteitenprogramma GoedeMorgenCommissaris zie hier.